Financieringsverstrekker moet verkoop onderpand staken l Advocaat mr. Bonaparte

Op 16 maart 2018 is door rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan[1], waarin is bepaald dat een financieringsverstrekker een onderpand van een financieringsnemer alleen mag verkopen als er daadwerkelijk sprake is van een achterstand en de financieringsnemer in verzuim is met betalen van de betalingstermijnen. Hypinvest, de financieringsverstrekker in kwestie, werd in deze uitspraak echter veroordeeld om de verkoop te staken, omdat niet duidelijk was of er sprake was van een achterstand en/of verzuimsituatie van de financieringsnemer, althans de financieringsnemer was er in geslaagd om in ieder geval aan te tonen dat hij aan zijn betalingsverplichtingen had voldaan. Daarom mocht Hypinvest geen gebruik maken van haar recht van parate executie. De advocaat financieel zal in dit artikel de voornoemde uitspraak verder bespreken.

Feiten

Tussen Hypinvest als financieringsverstrekker en een ondernemer als financieringsnemer was een geschil ontstaan over de voortzetting van de financieringsrelatie onder nieuwe voorwaarden. Aangezien partijen daar niet uit zijn gekomen, hebben partijen een vaststellingsovereenkomst gesloten. Deze vaststellingsovereenkomst werd door partijen echter anders begrepen en uitgelegd. Omdat er onduidelijkheid bestond over wat partijen in de vaststellingsovereenkomst waren overeengekomen, heeft de financieringsverstrekker de financieringsovereenkomst opgezegd. Vervolgens is de verkoop van het onderpand aangezegd. Volgens de financieringsverstrekker was de financieringsnemer inmiddels in verzuim met het inlossen van een betalingsachterstand. Hypinvest deed in dat kader een beroep op de boekenclausule. De boekenclausule is een bepaling, meestal opgenomen in de hypotheekakte, waarin staat dat 'de administratie van de financieringsverstrekker tot volledig bewijs strekt, behoudens tegenbewijs, van het door de financieringsnemer aan de financieringsverstrekker verschuldigde’. Hierna is de financieringsnemer een kort geding procedure gestart met als doel de verkoop de staken.

Beoordeling van de kwestie

 

De rechtbank heeft vooropgesteld dat de financieringsverstrekker het recht van parate executie heeft (ex artikel 3:268 BW) zodra de financieringsnemer in verzuim is met voldoening van de hypotheekverplichtingen. De financieringsverstrekker mag in beginsel geen gebruik maken van het recht van parate executie indien blijkt dat dit misbruik van bevoegdheid oplevert (ex artikel 3:13 BW). De financieringsverstrekker had ter staving van de betalingsachterstand meerdere malen een aantal overzichten over de betalingsachterstand verstrekt. In de meeste gevallen leveren dergelijke overzichten dwingend bewijs op conform de boekenclausle. Dit betekent dat de rechter in de meeste gevallen van de juistheid van die overzichten van de financieringsverstrekker uit zal gaan. In dit geval oordeelde de rechter anders. Ter zitting had de financieringsnemer de juistheid van die overzichten gemotiveerd met bewijs weersproken door overlegging van een kopie van de af- en bijschrijvingenoverzichten. Uit die af- en bijschrijvingenoverzichten is gebleken dat de financieringsverstrekker in haar overzichten een aantal betalingen - ten onrechte - niet heeft meegenomen. Op grond hiervan concludeerde de voorzieningenrechter dat nu die overzichten van de financieringsverstrekker niet klopten en de financieringsnemer kon bewijzen dat er geen sprake is van een betalingsachterstand, de financieringsnemer dan ook niet in verzuim kon zijn. De financieringsverstrekker werd veroordeeld om de verkoop van het onderpand te staken[2]

 

“Ter zitting heeft Kramer Pensioen volgens de door Hypinvest overgelegde overzichten met de betalingsachterstand per 1 juli 2017 gemotiveerd betwist, waarbij Kramer Pensioen ter onderbouwing van haar betwisting een overzicht heeft overgelegd met af- en bijschrijvingen voor leningdelen 108 en 116. (…) Dit betekent dat (…) de overzichten van de vermeende betalingsachterstand niet juist zijn. (…) Alsdan kan Kramer pensioen ook niet in veruzim zijn komen te verkeren. (…) Alleen al hierom zal de vordering *zijnde executieverbod* worden toegewezen’’.

Conclusie

 

De financieringsverstrekker werd niet alleen veroordeeld om de verkoop van het onderpand te staken, maar deze moest ook aandere executiemaatregelen staken totdat in een andere procedure zou komen vast te staan dat de financieringsnemer in verzuim is komen te verkeren ten aanzien van zijn verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst. Een les die uit deze uitspraak kan worden getrokken is dat, een financieringsverstrekker niet zomaar over mag gaan tot verkoop van het onderpand wanneer dit misbruik van recht oplevert, zoals dat in deze zaak het geval was.

Vragen?

 

Heeft u een vraag met betrekking tot het staken van een verkoop door de financieringsverstrekker of heeft u een andere vraag over financieel recht, dan kunt u contact opnemen met de advocaat financieel recht: de heer mr. P.A. (Pietro) Bonaparte. Bel of stuur een WhatsApp naar het volgende telefoonnummer 06 15 43 85 06 of e-mail naar p.bonaparte@keizersadvocaten.nl.

 

[1] vindplaats: ECLI:NL:RBNHO:2018:2200

[2] vindplaats: ECLI:NL:RBNHO:2018:2200, r.o. 4.6 t/m 4.8

 

© 2021 - Alle rechten voorbehouden aan de heer mr. P.A. (Pietro) Bonaparte

^ Naar boven